TREBOR | Mijn mooiste wandeling ooit

Wij waren dit jaar wederom op vakantie in het prachtige Italië. Dat is geen nieuws, want dat doen we bijna elk jaar. Een van onze locaties was aan het Idromeer, een klein meer ten westen van het Gardameer. Op een klein uur rijden naar het noorden, in de Val di Fumo, was een mooie wandeling, zo hadden wij begrepen.

Op een enigszins bewolkte dag reden we die kant op. De wandeling begon op 1800 meter hoogte, dus we moesten een flink eindje omhoog en de wolken namen alleen maar toe. Toen we boven aangekomen waren, begon het te regenen. Eerst zachtjes, maar al snel steeds harder. Er kwam ook nog hagel en onweer bij. Geen weer om te wandelen, dus we dropen af. Terug naar beneden bleek de weg als afvoerkanaal te dienen. Er kwam heel veel water de weg op en ook hier en daar stenen. We kregen visioenen van de Tour de France die een paar dagen terug op die manier werd ingekort. Beneden scheen gewoon de zon.

Wij zijn natuurlijk niet voor een gat te vangen, dus toen de volgende dag de zon scheen, probeerden we het weer. Gelukkig scheen ook boven de zon. Doel van de wandeling was een berghut, volgens de bordjes een uur en drie kwartier lopen. We startten bij een groot stuwmeer. We waren niet de enigen die naar boven gingen. Heel wat Italianen waren hetzelfde van plan. Toen een moeder van een 13-jarige jongen erachter kwam dat wij Nederlands waren, kreeg zoonlief meteen de opdracht om met ons zijn Engels te oefenen. “En niet alleen ja en nee zeggen!”. De arme jongen werd gered toen de familie even later ging pauzeren en wij doorliepen.

Na het stuwmeer werd het brede pad een smal paadje en kwamen we langs het riviertje de Chiese te lopen dat de berg af kwam. Vijftig kilometer naar het zuiden stroomt die rivier in het Idromeer. In de verte was de eeuwige sneeuw te zien van het Adamellogebergte. Wat een uitzicht! We liepen afwisselend over rotsige paden en alpenweitjes verder en genoten van de combinatie van een snelstromende rivier, heel veel groen en de besneeuwde bergtoppen. Kicks voor niks!

Na ruim een uur kwam de hut in zicht. Dan duurt het altijd nog even voor je er bent, dus de koude cola en het bord spaghetti waren meer dan welkom. De chocoladetaart namen we mee voor op de terugweg. Het enige nadeel van de terugweg was dat je met je rug naar de bergen liep. Voor het mooiste uitzicht moest je je omdraaien. Mijn stijve nek is net over.

TREBOR