Theo de Rooij | Vruchtwater

Ik ben een vrucht van de streek. Mijn wiegje stond aan de oevers van de Bijleveld, in een huisje aan het Spijcklaantje in Harmelen. In het vruchtwater van mijn moeder groeide ik voorspoedig, met het water van het riviertje beregende mijn vader de tuindersgewassen die ons voedden. Ik ben verschillende keren bijna verzopen in het majem van de Bijleveld. ’s Zomers met een bamboe vishengel naar snoeken hengelend en ’s winters door het te dunne ijs zakkend. De wegen rond Harmelen, Haarzuilens en Vleuten waren eindeloos lang en winderig voor een steppende en fietsende kleuter. Tot mijn grote verbijstering raffelde ik dezelfde afstanden op deze oneindige wegen tientallen jaren later op mijn professionele racefiets in luttele minuten af.

Als beginnende wielrenner in 1973, afkomstig uit een milieu zonder sport- en wielercultuur, leerde ik al snel mijn Utrechtse wielerhelden kennen. Veel waren het er niet: Gerard Vianen, Jos Schipper.. en daarmee hield het wel zo’n beetje op. Mijn karakter werd gepolijst door Gieltjesdorp, Portengensebrug, Kortjak, de 100 meter bordjes langs de Ir. Enschedeweg, Woerdense Verlaat, Putkop. En geleidelijk voerde ik mijn actieradius op totdat ik terechtkwam op plekken als Fôret de Wallers-Arenberg, Poggio, Tourmalet, Kwaremont, Lagos de Covadonga of Aspen-Colorado.

Terugblikkend op zovele jaren ultieme fietspassie blijven de wegen rondom Kockengen eindeloos. Ik realiseerde mij dat toen ik op 12 oktober naar Sonja en Kees reed voor een presentatie tijdens de gezellige LbnK avond. Van Holten tot de afslag Breukelen op de A2 reed ik over verlichte snelwegen, langs industrieterreinen, steden en forenzenpakhuizen. Ik liet de A2 achter mij en reed via onverlichte smalle, hobbelige boerenwegen langs de Geer naar Spengen. De klok ging onmiddellijk 45 jaar terug. En ik was weer kind van de streek.