De marathon, een strijd, een genot, een ultieme uitdaging
Een marathon is toch wel iets aparts. Anders dan bij een 5km, 10km of halve marathon heeft de marathon een stuk dat je niet kunt trainen. Men zegt dat tot 35km getraind kan worden, daarna komt het aan op wilskracht, doorzettingsvermogen en de strijd tegen pijn. Ik omschrijf het vaak als een strijd tussen je hoofd en lichaam. Je lichaam begint aan de rem te trekken, wat je nu aan het doen bent vind ik niet leuk. Stop ermee! Kortom, verzuren. Je hoofd zegt: doorlopen! Niet wandelen, probeer je tempo te houden. Je bent er bijna, waarom zou je stoppen? Dit is waar je al die tijd voor getraind hebt, dit is jouw moment. Tijdens de marathon het meest vervelende stuk van de hele race, na afloop het mooiste stuk van de hele race. Je komt er echt achter uit welk hout je gesneden bent.
Afgelopen zondag, 13 april, stond voor mij de Rotterdam Marathon op het programma. Na de Amsterdam Marathon in 2012 mijn tweede keer. Eindelijk de dag waarop ik kon testen of alle trainingsarbeid het waard is geweest. De aanloop ging goed, met verschillende PR’s. Belangrijker nog, alles bleef heel. Je trainingsarbeid gaat geleidelijk omhoog, zeker in de laatste weken. Goed naar het lichaam luisteren, rust pakken en proberen niet te druk te maken. Met de tijden die ik liep op de tussenafstanden vond mijn trainer bij Hellas dat ik aan een 3 uur marathon moest denken. Grapjas, dat zag ik niet gebeuren. Het is toch wel een magische grens, een grens waar je nog niet aan durft te denken. Maar ja, hoe vaak loop je nou een marathon?
Aan iedereen die dit leest met ambities voor een marathon, ga naar Rotterdam. Wat een prachtig evenement! Echt een feest, zeker op bepaalde punten langs het parcours had ik het idee dat ik de Tour de France liep. Zoveel mensen op de weg, zoveel enthousiasme. Onbeschrijfelijk. Dit helpt je, na 5km maar zeker na 35km.
Mijn marathon ging zoals gepland, of eigenlijk zoals gehoopt. Had in het begin wat moeite om een strak tempo te vinden, maar zat redelijk snel op de geplande 4.13-4.15 / km. Weet niet waarom, maar na km 18 ging dat omhoog richting 4.10 tot aan 35km. Het leek me niet meer moeite te kosten, maar daarna begint de marathon natuurlijk pas. Op de halve marathon zat ik nog op 1.29:19, keurig op schema voor een marathon rond 3 uur. Kilometer 36 en 37 gingen nog in 4.15, daarna gingen de tijden naar 4.20-4.25. In die kilometers schoot er telkens net geen kramp in mijn kuiten, het zat op het randje. Voeten iets platter laten landen en doorgaan. Hier doe je het voor, doorbijten! Je begint tegen die tijd ook te rekenen. Wat loop ik met deze tijden per kilometer, waar kom ik op uit. Moet ik nu nog versnellen, of gaat dit goed? Een mentale strijd. Die laatste kilometers zijn wederom geweldig, de strijd tussen hoofd en lichaam, de tijd die je in je hoofd hebt en ook weer rijen dik mensen die klappen en schreeuwen. De laatste 400 meter gingen weer in 4.09 / km, alles eruit. Armen de lucht in, finishen, horloge op stop en ter aarde storten. Toen kwam het besef, 2.59:20. GEHAALD! Wat een geweldig gevoel, ondanks de pijn en het gevoel dat je helemaal leeg bent. De medaille wordt omgehangen en ik begeef me rustig naar de uitgang. Daar staat Joop op me te wachten, hij is na zijn 10km (ook een toptijd!) blijven kijken. Ook kom ik mijn trotse trainer nog tegen en snel erna vinden mijn vader en oom me. Ik kan alleen maar hangen, geen energie om iets te doen. Ook mijn eigen supporters hebben me er doorheen geholpen, geweldig dat ze speciaal voor je komen kijken.
De marathon, een strijd, een genot, een ultieme uitdaging. Nu ik dit ‘the day after’ met gevoelige benen zit te typen kan ik alleen maar zeggen, go for it! Daag jezelf uit!
Harmen de Bruin